Encyclopedia

Texts : Jacob van Maerlant

Samples of the text of Der Naturen Bloeme, one chapter from each of the six animal books (Quadrupeds, Birds, Marine Monsters, Fish, Serpents, Worms). The sample text is in three columns:

The illustrations are from manuscript D (Lippische Landesbibliothek, Ms. 70), Lo (British Library, Additional MS 11390) and V (Koninklijke Bibliotheek, KB, KA 16).

Hyena (Iena) [Book 2 - Quadrupeds, lines 2723-2766]

  • Iena es i beeste
  • jn doede graue es hare feeste
  • dar dode gedoluen sijn
  • plinius scriuet ende solijn
  • dat hem twe dinghe behoren toe
  • want ets bede hie ende soe
  • bede als ende alsbeen
  • sijn hem euen stijt ouer een
  • so dat niet omme ysien can
  • en kerem altemale dan
  • dar erden sijn in die wostinen
  • gatet nachtes stillekine
  • ende verstaet nouwe ende hort
  • hoe van hare name es dat wort
  • ende lert haren name nomen
  • dan eist dicken bj nachte comen
  • roepen ter erden keten
  • nomende hoe si heten
  • ende alsetse vte brochte
  • doedese of et mochte
  • dicken dat dier ybaren leert
  • als een die wee heuet ende hem keerd
  • dat hi euet in sine maghe
  • ende als hi vant in sine claghe
  • weder dat man was ofte ont
  • dien verbeet al dar ter stont
  • jachonde comensi dar et gaet
  • ende het sine scade beslaet
  • so ebsi are bassen verloren
  • alle die dolen in are sporen
  • eist datetse mach begaen
  • danne verbitetse saen
  • ende dits wandel in sine maniere
  • dits wonder van desen diere
  • dese beeste draghet .j. steen
  • sijns gelike es negheen
  • voren int houet ofte int oghe
  • hier na alsic van stenen toghe
  • salic v gewaghen des
  • van des wulues grote so es
  • ende es ymanc na parde ghelike
  • vele vintmere in afrike
  • van der .j. gaet vte dat spel
  • nv hort vort van der .l.

De hyena is een dier dat bij voorkeur op begraafplaatsen rondwaart en zich daar te goed doet aan de lijken. Plinius en Solinus schrijven dat hyena's zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsdelen hebben. Doordat hun ruggegraat één onbeweeglijk geheel vormt met hun halswervels, kunnen ze alleen achterom kijken door zich helemaal om te draaien.

De hyena besluipt's nachts in de woestijn herders en spitst zijn oren om hun namen op te vangen. De volgende nacht gaat hij naar hun hutten en roept hij hun naam om hen naar buiten te lokken en te doden. Vaak leren hyena's het geluid na te bootsen van iemand die ziek is en overgeeft. Mensen of honden die ze hiermee in de val kunnen lokken, verscheuren ze meteen.

Wanneer de schaduw van een hyena op jachthonden valt die hem op het spoor zijn, kunnen ze niet meer blaffen. Alle dieren raken het spoor bijster nadat de hyena om hen heen is gelopen. Een andere wonderbaarlijke eigenschap van het dier is dat hij zijn kleur naar believen kan veranderen. Voor op zijn kop of in zijn ogen heeft hij een zeer bijzondere steen: wie deze steen onder zijn tong draagt kan in de toekomst zien, daar zijn alle geleerden het over eens.

Hyena's zijn zo groot als een wolf en hebben de manen van een paard. Ze komen in groten getale voor in Afrika.

The hyena is an animal that prefers to roam around cemeteries and feast on the corpses there. Pliny and Solinus write that hyenas have both male and female genitals. Because their spine forms one immobile whole with their cervical vertebrae, they can only look back by turning completely around.

The hyena stalks shepherds in the desert at night and pricks up its ears to catch their names. The next night, he goes to their huts and calls their names to lure them out and kill them. Often hyenas learn to mimic the sound of someone who is sick and vomiting. People or dogs they can lure into a trap with this, they immediately tear them up.

When a hyena's shadow falls on hunting dogs on its trail, they can no longer bark. All the animals lose track after the hyena walks around them. Another miraculous feature of the animal is that it can change its color at will. On his head or in his eyes he has a very special stone: whoever wears this stone under his tongue can see into the future, all scholars agree.

Hyenas are the size of a wolf and have the mane of a horse. They are abundant in Africa.

Ostrich (Strutio) [Book 3 - Birds, lines 8011-8046]

  • Strutio es i uoghel groet
  • van voeten des kemels ghenoet
  • als dese uoghel broedens pliet
  • om dat vij. sterre hi siet
  • want hi altoes gheen ei ne leghet
  • eer ment siet ende men seghet
  • dat die hitte ane gaet
  • van den oeste ende bestaet
  • dan leiti sine eier vp tlant
  • ende laetse broeden onder tsant
  • dan gaetso wech ende verghet al
  • war soese leide of vinden sal
  • ende broet die tijd ende die nature
  • dat hare werden soude te sure
  • ende comen hare jonc vord
  • aristotiles seit dit word
  • qualike ofte niet machi vlieghen
  • yser etj sonder lieghen
  • van der erden machi niet risen
  • mar hi loep na beesten wise
  • ende sine uloghele maket hem uart
  • dat hi snelre es dan .i. part
  • die pardi hati emmermere.
  • entie par ontsiene seere.
  • so dat sine niet durren sien.
  • ende alsi uoer den man sal vlien
  • grijpti in sine ghesplette voete
  • steene ende werptse achter onsoete
  • vp de ghene diene iaghen
  • so dul es hi inder haghen
  • alse sijn houet bedecket es hiet
  • so waenthi dattene niemene siet
  • sine eier sijn alsemen seghet
  • diemen in kerken tanghene pleghet
  • also groot es hi wel nare
  • als oft .i. imate esel ware

De strutio, de struisvogel, is een grote vogel met de poten van een kameel. In de broedtijd wacht de struisvogel met het leggen van eieren tot ze de Plejaden aan de hemel ziet verschijnen, het sterrenbeeld dat de warmste tijd van het jaar aankondigt, waarin men begint met oogsten. Ze legt haar eieren, bedekt ze met zand en vergeet de plaats waar ze het broedsel terug kan vinden volkomen. De tijd en de natuur moeten ervoor zorgen dat de eieren uitgebroed worden, omdat het haar zelf te veel moeite is.

Volgens Aristoteles kunnen struisvogels nauwelijks vliegen. Ze eten - het is echt waar! - ijzer. Ze kunnen zich niet van de aarde verheffen, maar lopen als viervoeters. Hun snelheid is dank zij hun vleugels even groot als die van een paard. Struisvogels koesteren een diepe haat jegens paarden en de aanblik van een struisvogel alleen al is voldoende om paarden angst aan te jagen.

Als struisvogels voor mensen moeten vluchten, grijpen ze met hun gespleten poten stenen om hun achtervolgers mee te bekogelen. Ze zijn zo dom, dat ze denken dat niemand hen meer kan zien als ze hun kop in het struikgewas verstoppen.

Struisvogeleieren worden opgehangen in kerken.

Struisvogels hebben de afmetingen van een middelgrote ezel.

The ostrich is a large bird with the feet of a camel. In the breeding season, the ostrich waits to lay eggs until she sees the Pleiades appear in the sky, the constellation that heralds the warmest time of the year, when harvesting begins. She lays her eggs, covers them with sand and completely forgets where to find the brood. Time and nature must ensure that the eggs hatch, because for she herself it is too much trouble.

According to Aristotle, ostriches can hardly fly. They eat - it's true! - iron. They cannot lift themselves from the earth, but walk like quadrupeds. Their speed, thanks to their wings, is as great as that of a horse. Ostriches harbor a deep hatred for horses and the mere sight of an ostrich is enough to terrify horses.

When ostriches have to flee from humans, they grab stones with their split legs to pelt their pursuers. They are so stupid that they think that no one can see them anymore when they hide their heads in the undergrowth.

Ostrich eggs are hung in churches.

Ostriches are the size of a medium-sized ass.


Sawfish (Serra) [Book 4 - Marine Monsters, lines 9204-9237]

  • Serra als ysidorus segt
  • es .i. wonder dat in de zee legt
  • groot ende euet als wijd kinnen
  • grote vlogle ende starke vinnen
  • dit dier alst i scip seilen siet
  • sijn vlogle et vp teffene pliet
  • ende wille seilen na sceps maniere
  • dit doet .v. milen ofte .iiij.
  • ende alsem niet ne died sijn poghen
  • sone caent die pine niet ghedoghen
  • ende uallen sine ulogle neder
  • dan moetet keren weder
  • ende sinken ten gronde wart
  • dar sine nature es sijn aerd
  • Serra dit wonder bediet wel
  • meneghen ries die feeste ende spel
  • ende swaren cost wille antieren
  • ende uolghen ogher liede maniere
  • bede in coste ende in cleden
  • ende eer hijd mach alf wlleden
  • so wertj der feesten moede
  • want het failgiert em anden goede
  • so moeti uallen in den pat
  • dar sijn ouder uader sat
  • jn ander wonder men oec weet
  • dat oec mede sarra heet
  • als plinius ende ysidorus ghewaghen
  • sijn rig es scarp ghelijc der saghe
  • dit dier plegt int water slupen
  • ende onder die scepe crupen
  • ende snijt ontue ende verdrinct dan
  • jn die scepe al die man
  • dat doetet allene omdat
  • dat mans uleesch wille wesen sat

De serra is een groot zeemonster, zegt Isidorus, met grote vleugels en sterke vinnen. Als de serra een schip voorbij ziet zeilen, steekt hij zijn vleugels boven het water uit en zeilt hij met het schip mee. Die inspanning wordt hem echter na drie of vier mijl al te veel. Hij moet zijn vleugels laten zakken en zinkt naar de diepten, waar hij thuishoort.

Dit dier is het zinnebeeld van de dwazen die aan kostbare feesten en spelen willen deelnemen, om even grote staat te voeren als de hoge heren met hun rijpaarden en hun kleding. Maar ze worden alras het feesten moe, want ze zijn niet rijk genoeg om hun stand op te houden: ze hebben boven hun stand geleefd.

Er is ook een ander zeemonster dat serra heet, schrijven Plinius en Isidorus. Deze serra heeft een rug die zo scherp is als een zaag. Hij nadert onder water ongemerkt de schepen, die hij vervolgens doormidden zaagt, zodat ze met man en muis vergaan. Het monster doet dit omdat het belust is op mensenvlees.

The sawfish is a large sea monster, says Isidorus, with large wings and strong fins. When the serra sees a ship sailing by, it raises its wings above the water and sails with the ship. However, that effort becomes too much for him after three or four miles. He must lower his wings and sink to the depths where he belongs.

This beast is the symbol of the foolish who would take part in costly feasts and games, to carry on as great a state as the high lords with their riding horses and their clothes. But they soon tire of feasting, for they are not rich enough to maintain their means: they have lived beyond their means.

There is also another sea monster called serra, write Pliny and Isidore. This serra has a back that is as sharp as a saw. Under water he approaches the ships unnoticed, which he then saws in half, so that they perish with all hands. The monster does this because it is hungry for human flesh.

Day-fish (Dies) [Book 5 - Fish, lines 9834-9845]

  • Dies spreket aristotiles
  • es .i. uisch die in die ze es.
  • die met rechte soe mach heeten.
  • want sijn leuen es mar .i. dach
  • nochtan gheuet die nature
  • al hare recht deser creature
  • vlogle vinnen uoete twee
  • mar negheen bloet min no mee
  • ende wat sal desen vissce dit al
  • dat soe onlanghe leuen sal
  • met rechte segghen wise clerke
  • got es wonderlijc in sinen ghewerke

De dies is een zeevis, die zijn naam (die in het Latijn ‘dag’ betekent) met recht draagt, schrijft Aristoteles, want hij leeft niet langer dan een dag. Toch ontvangt ook deze vis van de Natuur alles wat hem toekomt: vleugels, vinnen en twee poten; maar geen bloed. Waar kan een vis die maar zo'n kort leven beschoren is dat toch allemaal voor nodig hebben? Terecht zeggen de geleerden: Gods wegen zijn ondoorgrondelijk.

The day-fish is a sea fish, which rightfully bears its name (which means "day" in Latin), writes Aristotle, for it does not live longer than a day. Yet this fish also receives from Nature all that is due to it: wings, fins and two legs; but no blood. What could a fish with such a short life need all that for? Well do the scholars say: God's ways are inscrutable.

Salamander (Salamandra) [Book 6 - Serpents, lines 11200-11239]

  • Salamandra es ene maniere.
  • van serpenten in die riuiere.
  • leuet entar inne gaet
  • entat uier oec mede uerslaet
  • plinius iacob ende adelijn
  • aristotiles ende solijn
  • segghen ende doen uerstaen
  • dat nader lacerten es ghedaen
  • ysidorus spreket sine maniere
  • gaet voer alle gheuenijnde diere
  • plinius seit men siese niet
  • sonder alst seere reinens pliet
  • sijn spu es utermaten quaet
  • eist datter .i. mensche in gaet
  • hem ontuallet al sijn aer
  • vp bome clemmet ende daer
  • venijnsi de vrucht ende diere af bijt
  • bliuet doot in curter tijt
  • [vallet int water hi bliuet doot
  • diere af nut clene oft groot]
  • men vindet ene maniere.
  • van salamandren die leuen in viere
  • ende hebben wlle ende haer.
  • darmen af seit houer waer
  • datmerre gurdele ende cleeder af maket
  • dien nemmermeer gheen brant ghenaket
  • men leset van den paues alexander
  • dat hi adde van ene salamader
  • een cleet ende alst leelic was
  • warpment int vier ende als ict las
  • so quamet hute scone ende claer
  • broeder albrecht spreket uoer waer
  • dat hire af .i. gurdel sach
  • ende het uoer hem int uier lach
  • alset gloiede dedement hut
  • onghescadet ar ende hut
  • solinus segheter toe
  • salamandre neuet hie no soe
  • alle draghen si alst wijt kennen
  • ende legghen eiere ghelijc hennen

De salamandra> blijft leven in vuur en doet de vlammen zelfs uitdoven. Volgens Plinius, Jacobus van Vitry, Adelinus, Aristoteles en Solinus lijkt hij op een hagedis. Isidorus van Sevilla noemt de salamander de gevaarlijkste van alle giftige dieren. Hij wordt zelden gezien, zegt Plinius, tenzij het hard regent. Zijn speeksel is buitengewoon kwaadaardig: wanneer een mens ermee in aanraking komt, valt al zijn haar uit. De salamander klimt in appelbomen en vergiftigt de vruchten. Wie daarna in een appel bijt, valt ter plekke dood neer. Als een salamander in het water is gevallen, doodt zijn gif iedereen die ervan drinkt.

Er bestaat een soort salamander die in vuur leeft en bedekt is met een soort wol of haar waar onbrandbare gordels en kledingstukken van worden gemaakt. Van paus Alexander III wordt verteld dat hij een mantel bezat van salamanderwol, die men als hij vuil was in het vuur gooide, waar hij vervolgens weer schoon en helder van kleur uitkwam. Albertus Magnus verklaart dat hij met eigen ogen een gordel van dit materiaal in het vuur heeft zien liggen. Toen de gordel begon te gloeien, nam men hem er volledig ongeschonden weer uit.

Solinus voegt hieraan toe dat salamanders geen onderscheid kennen tussen mannetjes en vrouwtjes. Ze worden allemaal drachtig en leggen eieren net als kippen.

The salamander continues to live in fire and even extinguishes the flames. According to Pliny, Jacques de Vitry, Andelmus, Aristotle and Solinus, it resembles a lizard. Isidore of Seville calls the salamander the most dangerous of all venomous animals. He is seldom seen, says Pliny, unless it rains heavily. His saliva is extremely evil: when a human comes into contact with it, all his hair falls out. The salamander climbs apple trees and poisons the fruit. Whoever bites into an apple afterwards falls dead on the spot. If a salamander has fallen into the water, its venom will kill anyone who drinks from it.

There is a type of salamander that lives in fire and is covered with a kind of wool or hair from which non-flammable belts and clothing are made. It is said of Pope Alexander III that he owned a cloak of salamander wool, which when dirty was thrown into the fire, where it came out clean and bright in color. Albertus Magnus declares that he saw with his own eyes a belt of this material lying in the fire. When the girdle began to glow, it was taken out completely unharmed.

Solinus adds that salamanders do not distinguish between males and females. They all become pregnant and lay eggs just like hens.

Snail (Testudo) [Book 7 - Worms, lines 12467-12479]

  • Testudo es die name van der slecken
  • die hare wel can in hare hus decken
  • ende schijnt oft ware marberin
  • ende dat vat uerard de sonneschijn
  • van haren lime ende maket art
  • some sijnsi roet som bont som swart
  • eist dat men up hare werpt sout
  • so uerderuet met ghewout
  • so datter of bliuet arde clene
  • sonder .i. lettel bloets allene
  • ende dats goet te medicinen
  • aldus doetse dat sout te dwinen

Testudo is de naam van de slak, die zich verstopt in zijn huisje, dat wel van marmer lijkt te zijn. Slakkehuizen zijn gemaakt van slijm dat hard geworden is in de zon. Sommige slakken zijn rood, sommige zijn bontgekleurd en andere zwart. Als er zout op wordt gestrooid schrompelen ze weg tot er niets meer over is dan een beetje bloed. Dat bloed kan gebruikt worden als geneesmiddel.

Testudo is the name of the snail, which hides in its house, which seems to be made of marble. Snail shells are made of slime that hardens in the sun. Some snails are red, some are variegated, and others are black. When salt is sprinkled on them, they shrivel away until there is nothing left but a little blood. That blood can be used as medicine.